In Frankrijk breekt er ergens elke 2 minuten een brand uit, waarin er op jaarbasis meer dan 800 mensen omkomen. Slecht beschermde gebouwen, een complexe wet en foute reflexen kunnen voor dramatische gevolgen zorgen, zowel op menselijk als economisch vlak. In deze gids vindt u de belangrijkste regels uit de wetgeving betreffende brandveiligheid en enkele tips om u te helpen het juiste detectie- en preventiemateriaal te vinden.
Inhoudsopgave
1 De functies van een rookmelder
2 Installatie en onderhoud van een rookmelder
3 Een brandblusapparaat in functie van de risico's kiezen
4 De evacuatie van de personen
1 - De functies van een rookmelder
NORMEN EN MARKERING
Er dient gekozen te worden voor rookmelders met het CE-teken, wat bewijst dat ze conform de norm EN 14 604 zijn. Dit logo wordt toegekend na talrijke tests en kan samengaan met de NF-certificering. Alle detectoren die bij Bruneau verkocht worden hebben de NF/CE-certificering.
DE BIJKOMENDE OPTIES
Verschillende eigenschappen worden aangeboden om beter te beantwoorden aan de architectuur en het gebruik van de lokalen.
De stiltefunctie (of tijdelijke demper):
Voor het geval dat er vals alarm is, bieden sommige modellen de mogelijkheid om het geluid gedurende een beperkte tijd (meestal 10 minuten) af te zetten, zonder de batterijen eruit te moeten halen.
De interconnectie (bedraad of draadloos):
Alle alarmen gaan tegelijkertijd af wanneer er rook is. Deze mogelijkheid is bijzonder interessant voor grote oppervlakken of woningen met verdiepingen.
Goed om te weten
Er bestaan toestellen die speciaal ontworpen zijn voor slechthorende, oudere of minder mobiele personen.
2 - Installatie en onderhoud van een rookmelder
In functie van de configuratie van de plaats, de luchtstromen en de bereikbaarheid (voor onderhoud), plaatst u de detector:
zo hoog mogelijk, want rook stijgt
in circulatieruimtes of gangen
in traphallen of op het plafond
op een afstand van andere muren of warmtebronnen (om te voorkomen dat het alarm onnodig afgaat).
Rookmelders die NF-gecertificeerd zijn, worden gevoed door alkaline- of lithiumbatterijen. Als het toestel bijna geen stroom meer heeft, gaat het onmiddellijk een alarm geven, dat aangeeft dat de batterijen snel vervangen moeten worden. Batterijen met lange duur (10 jaar) verzekeren een langere werking, maar zijn gesloten en kunnen niet vervangen worden; er moet dan een nieuw toestel worden gekocht.
Koolmonoxide is elk jaar verantwoordelijk voor een honderdtal overlijdens. Door het slecht werken van een verbrandingsapparaat, zoals een oven of een kachel, hoopt kleurloos gas zich op in een kamer zonder dat iemand het merkt. Koolmonoxidemelders kunnen de aanwezigheid van dit erg giftige en explosieve gas detecteren.
3 - Een brandblusapparaat in functie van de risico's kiezen
De brandblusser is een relatief gemakkelijk en erg efficiënt toestel om een brand te bestrijden. Het blusmiddel dat erin zit, staat toe de start van een brand onder controle te brengen of te wachten op de komst van de brandweer.
DE VERSCHILLENDE BRANDKLASSEN
Om efficiënt een voertuig, woning of bedrijfslokaal te beschermen, is het aangewezen een toestel te kiezen dat aangepast is aan de aard van de brand, die bepaald wordt door het soort materiaal dat aan het branden is.
Brandklassen
Voorbeelden
Bruikbare brandblussers
A Droge branden
Hout, karton, stof, stro, papier, etc.
Water, waternevel met additief, multifunctioneel poeder, schuim
B Vette branden
Benzine, alcohol, olie, teer, vet, etc.
Waternevel met additief, multifunctioneel poeder, CO2, schuim
C Gasbranden
Butaan, propaan, natrium, aluminium, etc.
Multifunctioneel poeder, CO2
EEN BRANDBLUSSER KOPEN IN FUNCTIE VAN DE RISICO'S
Brandblussers met poeder :
het chemische poeder is polyvalent en verstikt alle branden van type A, B of C en zorgt ervoor dat de brandhaard geïsoleerd wordt. Dit soort brandblusser is draagbaar en kan gebruikt worden om particuliere voertuigen (capaciteit 1 kg), gemeenschapsvoertuigen of woningen (capaciteit 2 kg) en sommige professionele gebouwen (capaciteit 6 kg) te beschermen.
De brandblussers met waternevel met additief :
deze toestellen zijn bedoeld om vuur van klasse A of B te bestrijden en stoten water uit verrijkt met emulgatoren, die niet alleen de brandhaard smoren maar ook beschermen tegen de warmte door de straling te verminderen. Ze zijn geschikt voor algemeen gebruik.
De CO2-brandblussers :
koolstofdioxide is erkend om zijn blus- en afkoelingsvermogen en wordt gebruikt voor branden van type B en van elektrisch materiaal. Het gas heeft de bijzonderheid dat het overal tussen glijdt en kan gebruikt worden op elektrische installaties.
Er moet ook bijzondere aandacht besteed worden aan het soort te gebruiken brandblusser in functie van de architectuur en de afmetingen van het te beschermen gebouw. Het is dus best te investeren in draagbare blustoestellen die snel meeneembaar, compact en licht zijn, voor kleine oppervlakten of wagens.Mobiele brandblussers, met een grotere capaciteit, beschermen gebouwen die toegankelijk zijn voor het grote publiek. Ze worden vervoerd op een onderstel en zijn voorzien van een langere brandslang, om meer efficiëntie te bieden. Tot slot zijn vaste brandblussers (gewoonlijk verbonden met een pijpleiding die het blusmiddel aanvoert) geschikt om een plaatsgebonden risico in een bepaald gebied aan te pakken, omdat ze niet verplaatst kunnen worden.
Om efficiënt te zijn moeten brandblussers regelmatig onderhouden worden en in perfecte staat bewaard blijven. De controles kunnen elke drie maand (idealiter elke maand) uitgevoerd worden door de gebruiker of het personeel. Het onderhoud moet daarentegen elk jaar gebeuren en is voorbehouden aan een gekwalificeerde professional. Die moet toezien op de conformiteit van het toestel, de controle ervan en, als het gebruikt is, het navullen of vervangen.
4 - De evacuatie van de personen
DE EVACUATIE VAN PERSONEN
Bij een brand is het onontbeerlijk om het personeel snel te evacueren. Het publiek of de werknemers moeten ver van de risicozones geleid worden, door markeringen en specifieke signalisatie aan te brengen, wat het gevaar ook zal beperken.
Er moet gezorgd worden voor noodverlichting voor het geval dat er zich een elektrische storing of rookontwikkeling voordoet. Een bijzondere signalisatie moet geïnstalleerd worden om de evacuatieroutes en nooduitgangen aan te duiden. Deze mogen enkel gebruikt worden in geval van nood.
Tenslotte moet het personeel ook een evacuatieplan ter beschikking hebben, dat de verschillende verzamelpunten, vluchtroutes, alarmen en brandblusapparaten in kaart brengt. Bij de ontwikkeling hiervan moet rekening gehouden worden met de architectuur van het gebouw, het aantal te evacueren personen, de aanwezigheid van minder mobiele personen (voor de breedte van de evacuatieroute) en het bestaan van nooduitgangen.
HET INFORMEREN VAN HET PERSONEEL
Het evacuatieplan is best steeds op voorhand bekend bij het personeel, omdat het moeilijk uitvoerbaar kan zijn door eventuele paniek en er soms een hoog aantal personen bij betrokken is.
Daarom moeten de veiligheidsinstructies systematisch uitgehangen worden in bedrijven met meer dan 50 werknemers of in bedrijven waar met brandbaar materiaal gewerkt wordt
Zo zullen de werknemers toegang hebben tot verschillende informatie, met betrekking tot:
het beschikbare materiaal tegen brand
de identiteit van de personen die bevoegd zijn om dit materiaal te gebruiken, om de evacuatie te organiseren en de brandweer te contacteren
hun plicht om brand te voorkomen en te helpen bij het begin van een brand
de te volgen stappen indien er minder mobiele personen aanwezig zijn